Ontslaving: sleutel

11. Sleutel

Velen zouden graag meer controle over willen over de inwendige orde. Sommige mensen hebben van zichzelf een chaotische of onstuimige inwendige gevoelswereld. Ik denk dan met name aan hulpvragers die een psychiatrische diagnose torsen. Die zijn in onze darwinistische samenleving natuurlijk zwaar benadeeld. Degenen onder ons bij wie het psychisch functioneren verstoord is, kunnen op school al vaak moeilijker meekomen en ondervinden in hun latere carrière vaak allerlei hinderpalen die hun ontplooiing in de weg staan.

Als daar een grote gevoeligheid bij komt, en de omstandigheden willen niet mee, kan het ontaarden in een toestand van zelfbeklag en zielsellende, waar angst, schaamte en schuld overheersen. Dat zijn de mensen met acute tot chronische psychische moeilijkheden en daar lopen er veel van rond. Als je zo in de put zit, kan het soms lastig blijken om er in je eentje weer uit te klauteren.

Zelf kun je daar op het eerste gezicht weinig aan verhelpen, want je hebt intussen alles geprobeerd. Wanneer iemand van binnenuit aan een ernstig lijden blootgesteld is en die vindt ineens een middel dat daaraan verhelpt, is de verleiding groot de toediening zo vaak als nodig te herhalen, om het effect dat op zich altijd vluchtig is, te bestendigen. Vandaar dat de aantrekkingskracht van sommige scheikundige stoffen of plantaardige middelen op sommigen zo groot is, omdat ze dan over een sleutel beschikken die instant verlichting brengt.

Het blijft nog altijd een uitwendige stof natuurlijk, die wordt ingebracht of ingenomen, om het inwendige milieu te beïnvloeden. Vandaar de verslaving: als er maar één middel bestaat om je uit de nood te helpen, word je ervan afhankelijk. Wanneer de toelevering problematisch is, kom je erachter dat je de problemen verlegd hebt en dat alles in het teken van de verkrijgbaarheid van het product gaat staan.

Dan kan blijken dat de controle die over het inwendige milieu verworven is ten koste gaat van controleverlies op andere gebieden, omdat een deel van de dagbesteding eraan opgaat. Jonge mensen experimenteren met van alles. Dat zul je altijd zien. Kleding, muziek, relaties, om het even. Dat hoort bij jong zijn dat je van alles uitprobeert. Bij sommigen loopt het van een leien dakje, maar er zijn er toch meer denk ik, bij wie het met horten en stoten verloopt. Sommigen raken daarbij in de vernieling en komen in aanmerking voor hulpverlening.