41. Ontwenning
De farmaceutische industrie heeft lang beweerd dat de nieuwe kalmeermiddelen van de jaren zestig en zeventig niet verslavend waren. Spoedig bleek dat dit wel het geval was. Stoppen met benzodiazepines is immers heel moeilijk voor degenen die eraan verslaafd zijn geraakt, en de ontwenningsverschijnselen kunnen zeer vervelend zijn, zoals gierende angst, maar ook epilepsie. Om nog maar die te noemen.
Het is geen kattenpis. Persoonlijk schrijf ik deze producten weinig of niet voor, want ik moet ze niet. Er zijn te veel nadelen aan verbonden. Er zijn een paar uitzonderingsgevallen waar ze wel nuttig zijn, maar ik zal zelden degene zijn die een benzodiazepinebehandeling in gang zet, want ik wil me niet verantwoordelijk voelen voor de gevolgen.
Het kan wel voorvallen dat ik het voorschrift verleng bij mensen die elders ermee begonnen zijn en er niet meteen van los kunnen komen, maar nooit zonder het in niet mis te verstane termen af te raden, en warm op te roepen om ermee te stoppen. Ik heb er zo veel ellende mee gezien, dat ik tot dit strenge beleid gekomen ben.
In mijn ervaring zijn het schadelijke stoffen met een groot verslavingspotentieel en griezelige bijwerkingen en daarbovenop zijn er gevaarlijke interacties met andere stoffen, met name alcohol. Ik kan ze niet genoeg afraden, temeer omdat we best zonder kunnen. Er zijn maar zeer weinig medische redenen te bedenken om ze nog te gebruiken.
Benzodiazepines kunnen noodzakelijk zijn in welbepaalde gevallen, in minimale dosis en tijdens een korte periode. De vraag is altijd of het daar in de toekomst beperkt zal toe blijven, als je daar een keer mee begint. Stel nu een tegenslag en die persoon vindt het doosje in de huisapotheek, en gaat dat dan toch een aantal dagen na elkaar gebruiken. Zo kun je erin stinken zonder dat je het zelf beseft.
Deze middelen worden nog altijd veel te vaak voorgeschreven aan angstige en depressieve mensen die eerst opgetogen zijn over het resultaat dat ze weer kunnen slapen en rustig worden. Helaas is de pret van korte duur, want binnen de kortste keer verliezen deze middelen hun werking, door het toedoen van gewenning, en ontstaat de neiging de dosissen op te drijven.
Daardoor nemen de nevenwerkingen toe, waar geen gewenning voor optreedt, wel integendeel. Die stapelen zich op naarmate de metabolietenvorming doorwoekert. Wat daar dan precies mee gebeurt, tart de verbeelding.
Geef een reactie