Ontslaving: doorslaapstoornissen

30. Doorslaapstoornissen

We kunnen veel angst en stress wegnemen door met elkaar te praten, tenminste als de gesprekspartner respectvol is en luistert zonder te oordelen. De moeilijkere gevallen kunnen wellicht baat vinden bij een deskundige hulpverlener. Ook in de alternatieve sector is er veel te vinden, omdat de vraag zo groot is. Er is niets mis met een lindethee of een aftreksel van passiebloemen. Allerlei rituelen kunnen helpen. Dat is veel beter dan slaap- en kalmeerpillen te slikken.

Met doorslaapstoornissen bedoelen we dat je na enige tijd slaap, doorgaans een paar uren, weer wakker schrikt en niet meer meteen de slaap weer kunt vinden. Het is een kenmerkend symptoom van angst en depressie, die vaak hand in hand gaan. Het komt heel veel voor in de huisartsenpraktijk en ik zou ze de kost niet willen geven, al degenen die ’s nachts ineens klaarwakker zijn met hun angst, woede of verdriet.

‘Anxiodepressief syndroom’ noem ik dat. Tenminste als dat lange tijd achter elkaar zo blijft, in termen van weken of maanden. Het gaat doorgaans om personen die wegens een of andere reden moreel uitgeput zijn. Depressief wordt degene die in een situatie zit die hij niet kan veranderen, noch aanvaarden. Het gaat om broeders en zusters die geen uitweg zien, voor wie elk levensdoel afgesneden is, of die vrezen in belangrijke domeinen te falen.

Elk verhaal is anders, maar hoe dan ook kun je vaak depressieve patiënten herkennen aan het feit dat ze de dag voor de nacht nemen. Stoornissen in het dag-/nachtritme, doorslaapstoornissen, nachtmerries of angstaanvallen komen bij depressie haast altijd voor. Daarom deze vuistregel uit de huisartsenpraktijk: iemand die goed slaapt, is niet depressief.

Je kunt wel af en toe een opstoot van depressiviteit hebben, en dat is wat anders dan depressie. Iedereen kan wel eens verdriet hebben, dat is geen ziekte. Of je worstelt ergens mee, en dat kom je dan weer te boven. Dat behoort allemaal tot het normale leven.

Met depressie bedoelen we een toestand die lang duurt in termen van weken of maanden. Je hebt nergens meer zin in. Je eet te veel of te weinig. Je bent prikkelbaar, stuurs, bars of nors. Of weerbarstig. Je haat een aantal dingen en je denkt aan sombere onderwerpen. Bovendien ben je bang voor iets of voor alles, vooral voor andere mensen.