71. ADHD
Ik stel vast dat er in de opleiding van artsen historisch altijd een gebrekkige aandacht voor het omgaan met geestelijke stoornissen is geweest. Ook binnen het medische korps bestaan er nog veel vooroordelen. Ik mag hopen dat dat bij de jongeren minder is. Velen kunnen geestelijk leed nog begrijpen, als het een gevolg is van pijnlijke levensgebeurtenissen, maar dat wordt een stuk moeilijker als het gaat om ernstige hardwareproblemen die de hersencel aantasten.
Daar bedoel ik de echte psychiatrische ziektebeelden mee, zoals de verschillende vormen van psychose. Die zijn niet het gevolg van een of andere tegenslag of een verkeerde opvoeding, maar je bent ermee geboren, al kan het pas later tot uiting komen. De belangrijkste twee, die toch bij ons in de praktijk de meeste aandacht vereisen, zijn bipolaire stoornis en psychose, maar er zijn ook andere te noemen zoals seizoensgebonden depressie of ADHD.
Strikt genomen, behoort ADHD niet tot de psychosen, al is een groot aantal patiënten wel gevoelig voor episoden van voorbijgaande psychotische decompensatie in uitzonderlijke stresstoestanden. Het is een aangeboren afwijking, of noem het een manier van anders zijn, die door opvoedingsmaatregelen of psychotherapie niet zal verdwijnen, al kan het wel helpen om er beter mee om te gaan.
Het kan een handicap vormen die je kunt overwinnen met wilskracht, verbeelding en gepaste hulpverlening, waar ook medicatie een plaats in heeft. De afwijking heeft te maken met stoffen in de hersenen, neuromediatoren genoemd, die bij sommigen verkeerd lopen. Daar ben je mee geboren en dat kun je niet meer veranderen. Het is ook niet de schuld van de ouders en het ligt niet aan de opvoeding, al kan die vaak beter.
Attention Deficit Hyperactivity Disorder kun je in het Nederlands vertalen als ‘te korte aandacht en te veel bewegen’. Het is een internationaal aanvaarde diagnose volgens DSM-V of versie vijf van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, zowat de bijbel van de psychiatrische diagnostiek. Het gaat om een samenhang van symptomen. Kenmerkend zijn impulsief gedrag, concentratieproblemen, rusteloosheid en leermoeilijkheden.
Deze symptomen zijn al aanwezig in de kindertijd en werken veelal belemmerend bij het dagelijks maatschappelijk functioneren met name op school, waar deze kinderen een bijzondere uitdaging voor de leerkrachten vormen. Daar gaat het soms verkeerd, omdat de leerling druk is, niet bij de les kan blijven en voortdurend aandacht opeist.
Geef een reactie